Katana
Katana (刀) is het Japanse woord voor 'zwaard'. De daitō of katana (lang zwaard), behoorde samen met de wakizashi (kort zwaard), en de tantō (mes) tot de vaste wapenuitrusting van de feodale Samoerai in Japan. In de westerse wereld is de katana vooral bekend als het Samoeraizwaard. Tegenwoordig wordt de katana als ceremonieel wapen en kunstobject gebruikt en in de overgebleven krijgskunsten uit het samoeraitijdperk.
Een katana die in Japan gemaakt is, staat beter bekend als nihontō, wat Japans zwaard betekent. Dit is dan op de traditionele wijze gesmeed.
De nihontō wordt gemaakt van tamahagane, een uitzonderlijk zeldzame metaalsoort en het product van een lang en zorgvuldig proces dat eens per jaar plaatsvindt. IJzerzand wordt verwarmd in een smeltoven en hier wordt koolstof aan toegevoegd. Zo ontstaat een harde metaalsoort, tamahagane. Dit proces gaat samen met een aantal rituelen. Wanneer de tamahagane klaar is, wordt deze in kleinere stukken gehakt. De beste stukken metaal worden naar de beste zwaardsmeden gebracht. Eenmaal bij de smid wordt het zwaard gesmeed.
In het Aikibudo wordt er weinig getraind met echte katana, dit natuurlijk om de veiligheid te garanderen. Een echte katana is vlijmscherp en is een zeer effectief wapen. Om een katana ( en ook de eigen zwaardtechnieken) te testen, werd deze vroeger getest op mensen (meestal ter doodveroordeelde gevangenen). Tegenwoordig heeft men gelukkig andere manieren gevonden. Tameshigiri is er daar één van.
Tameshigiri wordt in Japanse zwaardvechtkunsten gebruikt om zwaardslagen te oefenen. De tameshigiri worden geoefend op opgerolde tatami. Deze matten werden opgerold, samengebonden en vervolgens op een staak gezet. Behalve op opgerolde tatami wordt ook op bamboe geoefend.
Hoe 'schoner' de tatami afgesneden wordt, des te beter is de techniek.
Tameshigiri wordt ook in onze club beoefend maar wel enkel door degenen die al ‘enige ervaring’ met het zwaard hebben.