Naginata
De naginata (薙刀) is een stafwapen dat van oorsprong in Japan door leden van de samoerai-klasse werd gebruikt, zowel door mannelijke als vrouwelijke samoerai. Een naginata bestaat uit een houten staf met aan het uiteinde een gekromd lemmet. Het is vergelijkbaar met de (Chinese ) hellebaard.
Naginata kwam voor het eerst in de Japanse geschiedenis voor in de Kojiki in 712 n.Chr. en werd gebruikt door vechtpriesters rond 750 n.Chr. Op de schilderijen van vechtscènes, gemaakt tijdens de Tengyo no Ran in 936 n.Chr. kan men zien hoe de naginata wordt gebruikt. Het was pas in 1086 n.Chr. dat in het boek Ōshū Gosannenki (een dagboek van drie jaren in Ōshū) het gebruik van de naginata in gevecht werd opgenomen. Toen werd de naginata door soldaten beschouwd als een zeer doeltreffend wapen.
Tijdens de Genpei-oorlog was de naginata van zeer grote waarde, aangezien het gebruik van cavalerie zeer belangrijk was geworden. De naginata was uiterst geschikt om het paard neer te maaien en daarna de samoerai onschadelijk te maken. Doordat de naginata zoveel gebruikt werd, diende er een nieuw stuk harnas geïntroduceerd te worden; de sune-ate. Ook dit wapen komt voor in het zeer uitgebreide programma binnen het Aikibudo.